Deze Leermeesters zijn betrokken

Een ontwerp waarin twee werelden samenkomen

Slimme technologische oplossingen kunnen het werk in de zorg verlichten. Het bedenken van die oplossingen vraagt om technische mensen die begrijpen wat er speelt in de zorg. Mensen die de twee werelden kunnen verbinden, die technische oplossingen kunnen (mee)ontwikkelen en die zorgen dat de bedachte oplossingen doen wat ze moeten doen en makkelijk zijn te gebruiken. Maar waar vind je die?

Als die mensen nog niet bestaan, dan moet je zorgen dat ze er komen. En zo kwam de vraag uit het veld bij Friesland College (nu: Firda) te liggen. De uitdaging: hoe leid je mensen op voor een beroep dat nog niet bestaat? Hoe ontwerp je een volledig nieuwe opleiding waarin twee werelden – techniek en zorg – samenkomen? Met die vragen gingen we aan de slag.

Samen met bedrijven op zoek

We wilden in de eerste plaats een helder beeld krijgen van de nieuwe rol. Welke concrete beroepstaken hangen ermee samen? En wat vraagt dat dus voor vaardigheden? Om daar achter komen gingen we in gesprek met bedrijven. We organiseerden werksessies en interviews. Zo konden we samen de beroepstaken benoemen en inhoud geven. We identificeerden drie kritische beroepssituaties:

  • Het uitvoeren van onderzoek.
  • Het ontwerpen/ aanpassen/ maken van een product
  • Het begeleiden van het gebruik van een technologische toepassing bij de eindgebruiker.

Deze manier van werken gaf zowel onderwijs als werkveld inzicht in de rol, de plek in een organisatie en de mogelijke taken. Maar daarmee waren we er nog niet. Dit was zo nieuw dat er nog geen ervaringskennis was om op te bouwen. Ook waren er nog geen praktijksituaties waarin geleerd kan worden. We moesten dus op zoek naar nieuwe oplossingen en nieuwe vormen om het onderwijs, dat we zoveel mogelijk praktijkgestuurd wilden maken, vorm te geven.

Cross-over avant la lettre

We brachten hiervoor 4 docenten (zorg) en ontwerpers (techniek) samen. Die benaderden de vraagstukken die we tegenkwamen heel verschillend. De een dacht meteen in slimme technische oplossingen. De ander was juist bedreven in het vertalen van de werkelijke zorgvraag. Dat maakte het een rijk proces waarin eenieders blik werd verruimd.

Dat ook het werkveld actief betrokken werd bij het ontwerp, maakte het voor alle partijen een leerzaam proces, in de meest positieve zin. Door samen op zoek te gaan naar nieuwe oplossingen en nieuwe vormen, doorbraken we ingesleten denkpatronen aan zowel de schoolzijde als de kant van het werkveld.

Voor het ROC was deze vorm van cross-over nieuw en daardoor een ontdekkingstocht. Aan de kant van het werkveld had men op strategisch niveau de behoefte aan deze nieuwe rol wel zien aankomen, maar op de werkvloer nog niet, die moesten we dus meenemen in ons proces.

Juist de onwennigheid van de samenwerking tussen de twee werelden zorgde ervoor dat iedereen er samen iets moois van wilde maken.

Een nieuw beroep in balans

Gezamenlijk  kwamen we tot een ontwerp, waarin we recht probeerden te doen aan de nieuwheid van het beroep en tegelijkertijd de behoefte aan andere vormen van leren.

We verdeelden de opleiding in beroepstaken. Hieronder verstaan we hele afgebakende taken en werkzaamheden, die de medewerker in de praktijk uitvoert. Vanuit die ordening konden we kennis, vaardigheden en attitude makkelijker en herkenbaarder koppelen.

We ontwikkelden voor iedere beroepstaak een leerwerkkaart, waarmee de student ook de praktijk in kon gaan. De leerkaarten maakten voor zowel de student, de docent en de praktijkbegeleider inzichtelijk wat bij een specifieke beroepstaak hoort, wat de student al kan en waar die naartoe werkt.

Een belangrijk uitgangspunt van het ontwerp was de uitdaging om de praktijk vanaf het eerste jaar naar school te halen: individuele zorgvragers met een (technische) behoefte werden in het klaslokaal uitgenodigd om hun vraagstuk voor te leggen. Hoe kun je er bijvoorbeeld voor zorgen dat iemand met één arm toch zijn eigen vingernagels kan knippen? Het is prachtig om te zien wat voor praktische oplossingen studenten daarvoor bedenken.

Daarnaast ontwikkelden we een Human Technology-lab, waarin vraagstukken uit de praktijk centraal staan; hierin werken onderwijs en werkveld samen. Deze vorm van leren was ingegeven door de gezamenlijke behoefte van zowel werkveld als school om meer grip te krijgen op het werk van de ‘human technology-professional’.

Meer interessante praktijkvoorbeelden

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!