Samenwerken met bedrijven – CIV Water/Firda

docenten en partners uit het werkveld werken binnen CIV-water samen aan een nieuw ontwerp voor de opleiding procestechniek

Deze Leermeester is betrokken

Samenwerken met bedrijven in een publiek-private samenwerking

Écht samenwerken met het bedrijfsleven gaat niet vanzelf. Natuurlijk hebben scholen veel relaties met het werkveld via hun netwerk van stagebedrijven. Maar daarmee hebben ze niet vanzelfsprekend ook een kring van samenwerkingspartners om zich heen.

Impuls voor vernieuwing

Een van de manieren om vorm te geven aan samenwerkingsverbanden is via een Centrum voor Innovatief Vakmanschap. Deze publiek-private initiatieven zijn er door het hele land te vinden; ze worden doorgaans ondersteund door een subsidie uit het Regionaal investeringsfonds mbo (RIF), een programma van de overheid, bedoeld voor de ontwikkeling van nieuwe onderwijsinhouden en -vormen, begeleidingsmodellen, faciliteiten of scholing van professionals in onderwijs en beroepspraktijk.

Het ontwikkelen van wendbaar vakmanschap vraagt om rijke hybride leeromgevingen.

Een voorbeeld van zo’n samenwerkingsverband is CIV Water in Friesland, dat inmiddels al 10 jaar bestaat. CIV Water heeft zich vanaf de start gericht op het ontwikkelen van wendbaar vakmanschap, met als belangrijke invulling het leren tijdens en van het werk; sinds enkele jaren ook op de BOL-opleidingen. Bij CIV Water zijn onder andere de opleidingen laboratorium- en procestechniek van Firda betrokken.

Samen ontwerpen

Het ontwikkelen van wendbaar vakmanschap vraagt om rijke hybride leeromgevingen. Om die reden is De Leermeesters bij het ontwerp betrokken. Samen met de teams ontwerpen we leeromgevingen op het snijvlak van onderwijs en het regionale bedrijfsleven in de watersector.

foto: CIV water

Een drievoudige aanpak

We hebben met de teams van laboratorium- en procestechniek gekozen voor een drievoudige aanpak: samen met bedrijven de inhouden van de opleidingen bepalen aan de hand van beroepstaken, samen met bedrijven zoeken naar rijke leeromgevingen op het snijvlak van bedrijf en school en bouwen van een lerend netwerk van bedrijven en opleidingen. In de eerste fase van het herontwerp is samenwerking gezocht met minimaal 6 bedrijven per opleiding, grotendeels via het netwerk van het CIV Water.

Om bedrijven succesvol en duurzaam te betrekken is het nodig op verschillende niveaus contacten te leggen. In eerste instantie op strategisch niveau met directie of management. Hier gaat het over zaken als ontwikkelen van wendbaar gedrag en toekomstbeelden, maar ook over zaken als werving, kennisborging en het binden van medewerkers. De Leermeesters ondersteunen de opleidingsteams en het CIV Water hierbij door visie te vertalen in voorbeelden van mogelijke praktische uitwerkingen en zo het management te helpen verbindingen te maken met de werkvloer. Voor een duurzame relatie is het van belang te zoeken naar gezamenlijke belangen en ambities.

Elkaars taal spreken

Tegelijk gebruikt het onderwijsteam het eigen netwerk, meestal op het niveau van productie en middenmanagement om de plannen duidelijk te maken, en om gezamenlijk te zoeken naar kansen en mogelijkheden voor de verbinding tussen het werk en het leren. Op deze manier proberen we te bewerkstelligen dat de verschillende lagen in het bedrijf elkaar gaan begrijpen.

Onze ervaring is dat het helpt als de eerste stappen in de samenwerking met de bedrijven gericht zijn op concrete, herkenbare zaken en zicht geven op bruikbare uitkomsten. In deze context hebben we ons daarom gefocust op:

  1. onderzoek naar de inhoud van het beroep;
  2. onderzoek naar mogelijke hybride leeromgevingen.

Voor het onderzoek naar de inhoud van het werk hebben docenten interviews gehouden bij bedrijven, waarbij ze op zoek gingen naar de werkzaamheden in de praktijk en de daarvoor benodigde kennis, kwaliteiten en ontwikkelniveaus. De opbrengsten zijn door het team van docenten vertaald naar beroepstaken. Dit is vervolgens besproken op een gezamenlijk overleg met alle bedrijven. Op deze manier ontstaat eigenaarschap bij de bedrijven en leren de docenten waar en hoe zij hun leeromgeving kunnen bijstellen om directer aan te sluiten bij het werkveld.

Voor het onderzoek naar rijke, hybride leeromgevingen is gebruik gemaakt van pilots. De beroepstaken vormen de ruggengraat van de opleiding en zijn dus duidelijk zichtbaar in de pilots. Een voorbeeld daarvan is de pilot ‘Lab on tour’. De bedoeling was om studenten uit het tweede jaar in groepjes aan vier te laten werken aan werkelijke beroepsafdelingen in het bedrijf. Dat is niet zomaar mogelijk: obstakels als minimale leeftijd, verzekeringskwesties en begeleiding vanuit het bedrijf moeten worden genomen voordat studenten aan het werk kunnen. Dit vraagt dus om een grote bereidheid van het bedrijf en is daarmee een goede testcase voor haalbaarheid van een dergelijke leeromgeving.

Een van de acties die pasten bij het aangaan van de pilot, was dat de studenten op school worden voorbereid op de uit te voeren handelingen, waar voorschriften en veiligheidsregels belangrijk zijn. En die voorbereiding is niet alleen vakinhoudelijk gericht, maar ook op bijvoorbeeld de communicatie (generieke vakken).

De ervaring leert dat bedrijven, eenmaal geholpen door voorbeelden, zelf ook nieuwe mogelijkheden toevoegen. Door het gezamenlijke creatieve proces ontstaat (het zo belangrijke) eigenaarschap bij bedrijven.

Een pilot is gericht op verbetering van een bestaande situatie of als ‘experiment’ om te zien hoe de nieuwe situatie eruit kan zien. Kunnen ideeën ook werkelijk worden toegepast in de praktijk? En welke interventies werken en welke niet?

Wat heeft het opgeleverd?

Aan de onderwijskant is een ‘hybride’ beweging zichtbaar gaande. De opleidingen worden stevig en goed onderbouwd (her)ontworpen en in alle leerjaren neemt het aandeel leren in en vanuit het werken in de werkelijke beroepscontext significant toe. Dit blijkt ook een effect te hebben op de instroom van nieuwe studenten: juist die verweving van leren op school en in het bedrijf al direct in het eerste jaar van de opleiding trekt een groot deel van de nieuwe studenten aan.

Wat betreft de samenwerking met het werkveld is er sprake van een beginnend partnership met een tiental bedrijven. Het ontwikkelproces van het beschrijven van leerinhouden en het inrichten van leeromgevingen is in volle gang, ondersteund door de samenwerking tissen onderwijs en bedrijfspartners. Bedrijven waarderen de samenwerking met de school op het ontwerpniveau, mede vanwege de praktische en herkenbare aanpak.

Door deze samenwerking krijgt het gesprek over het ontwikkelen van medewerkers in de bedrijven in het kader van Leven Lang Ontwikkelen nieuwe impulsen. Hierbij spelen we ook in op de uitdagingen van het bedrijf bij het vinden en binden van medewerkers.

We zien informeel een lerend netwerk ontstaan als bedrijven elkaar ontmoeten in een creatief proces.

Meer interessante praktijkvoorbeelden

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!